Ooit gehoord van nachtblindheid?Misschien heb je het zelf ook wel eens gezegd. ‘Ik heb last van nachtblindheid.’ De kans is groot dat dat niet écht zo is. Die aandoening komt namelijk maar bij 1 op de 3.000 mensen voor en is vaak een vorm van erfelijke nachtblindheid. Bij hen duurt het ongeveer een uur voordat ze überhaupt iets kunnen onderscheiden in het donker. En er is helaas nog geen oplossing voor.
Slecht zicht in het donkerIn veel gevallen gaat het om een ‘verminderd zicht in het donker’. Dat merk je voornamelijk in het verkeer: je wordt verblind door koplampen van tegenliggers, hebt last van schitteringen, kan wegmarkeringen moeilijk onderscheiden en afstanden slecht inschatten.Dat komt vaak voor, zeker 40% van alle Nederlanders heeft dit. En niet alleen in het donker, ook als het regent, mist, sneeuwt of schemert kun je minder scherp zien. Hoe dat komt, zit zo.Het probleem wordt veroorzaakt door blauw licht.Het donker bevat veel ‘blauw licht’ en dat is voor veel mensen hinderlijk. Blauw licht heeft een grotere brekingshoek dan andere kleuren en kan een soort waas over je netvlies leggen. Je hebt hier vooral in de nacht en tijdens slecht weer last van. In deze omstandigheden zijn je pupillen groter en valt het licht meer verstrooid op je netvlies. Het is dan moeilijker om scherp te zien en koplampen of lichtreclames zorgen voor vervelende schitteringen.